Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Opdat het woord van Jesaja, den profeet, vervuld werd, dat hij gesproken heeft: Heere, [46]wie heeft onze [47]prediking geloofd, en wien is de [48]arm des Heeren [49]geopenbaard? 46. Namelijk van dit volk; dat is, zeer weinige. 47. Grieks gehoor; dat is, hetgeen van ons gepredikt en van het volk gehoord is. 48. Dat is, het Evangelie, hetwelk ene kracht Gods is ter zaligheid; Rom.1:16. 49. Namelijk alzo, dat hij het verstaan en aangenomen heeft; Matth.16:17.